Ira woont in Dierenriem, een wijk waar het stil is op straat en alles gekmakend ordelijk verloopt. Maar dan kan haar zoon Chris om onduidelijke redenen de slaap niet meer vatten. Het keurige Nederland krijgt ondertussen te kampen met ‘de veranderingen’: mensen verdwijnen, een technocratische orde genaamd de engelen trekt achter de schermen aan de touwtjes en op parkeerterreinen ontstaan nieuwe allianties. Geesten uit oude verhalen laten zich niet meer verjagen, vage kennissen dwalen door stad en land en verborgen boodschappen in vertrouwde technologie roepen de vraag op hoe het ooit was – of misschien nooit is geweest?
Van der Graaff beschrijft een recent gedeeld verleden en een ongrijpbare toekomst, waar we ons al middenin bevinden. Dit is zijn tweede roman, een volstrekt origineel verhaal en de overdonderende opvolger van zijn veelgeprezen debuut Wormen en engelen.
--
Het is 1999. Op een zomeravond, rond de klok van tien, verdwijnen alle snelwegen. Modderige vlaktes blijven achter en er duiken schimmige figuren op die zichzelf de engelen noemen. Alina en Sinem, Shirley en Julian, Lennard en Simon, Raziël en Jeremiël: allemaal doorkruisen ze deze nieuwe wereld, op zoek naar antwoorden.
Het is 2068. Ira woont in Dierenriem, een wijk in de Buitenste Randstad. Ze wantrouwt het gelijkmatige leven daar al langer, maar door de mysterieuze aandoening van haar moeder en de vondst van een bak vol oude systeemkaarten, lijkt niets meer te kloppen. Deze gebeurtenissen lokken haar steeds maar weer naar de snelweg, waar ze zich overgeeft aan het onbekende.
Onder asfalt is de tweede roman van Maarten van der Graaff, een volstrekt origineel verhaal en de overdonderende opvolger van zijn debuut Wormen en engelen.
Ira woont in Dierenriem, een wijk waar het stil is op straat en alles gekmakend ordelijk verloopt. Maar dan kan haar zoon Chris om onduidelijke redenen de slaap niet meer vatten. Het keurige Nederland krijgt ondertussen te kampen met ‘de veranderingen’: mensen verdwijnen, een technocratische orde genaamd de engelen trekt achter de schermen aan de touwtjes en op parkeerterreinen ontstaan nieuwe allianties. Geesten uit oude verhalen laten zich niet meer verjagen, vage kennissen dwalen door stad en land en verborgen boodschappen in vertrouwde technologie roepen de vraag op hoe het ooit was – of misschien nooit is geweest?
Van der Graaff beschrijft een recent gedeeld verleden en een ongrijpbare toekomst, waar we ons al middenin bevinden. Dit is zijn tweede roman, een volstrekt origineel verhaal en de overdonderende opvolger van zijn veelgeprezen debuut Wormen en engelen.
--
Het is 1999. Op een zomeravond, rond de klok van tien, verdwijnen alle snelwegen. Modderige vlaktes blijven achter en er duiken schimmige figuren op die zichzelf de engelen noemen. Alina en Sinem, Shirley en Julian, Lennard en Simon, Raziël en Jeremiël: allemaal doorkruisen ze deze nieuwe wereld, op zoek naar antwoorden.
Het is 2068. Ira woont in Dierenriem, een wijk in de Buitenste Randstad. Ze wantrouwt het gelijkmatige leven daar al langer, maar door de mysterieuze aandoening van haar moeder en de vondst van een bak vol oude systeemkaarten, lijkt niets meer te kloppen. Deze gebeurtenissen lokken haar steeds maar weer naar de snelweg, waar ze zich overgeeft aan het onbekende.
Onder asfalt is de tweede roman van Maarten van der Graaff, een volstrekt origineel verhaal en de overdonderende opvolger van zijn debuut Wormen en engelen.